Opdrachtgevers:

Universiteit Utrecht

De Universiteit Utrecht schakelt me in voor bijdragen aan drie bladen: Illuster (alumniblad), Link (blad voor vwo-scholieren) en Sol (informatieblad voor decanen en studiekeuzebegeleiders). De artikelen verschijnen ook op de website van de universiteit.

Enkele voorbeelden van artikelen:

Illuster: Femke Halsema: 'Het vrije woord staat op de tocht'
Link: Af en toe een taartje helpt bij diëten
Sol: Bij muziekwetenschap kan iedereen zijn eigen ding doen

Femke Halsema: 'Het vrije woord staat op de tocht'

De grondwet lijkt aardig verankerd in onze samenleving. Lijkt. Want via allerlei sluipwegen worden onze verworvenheden van vroeger geleidelijk aangetast, vindt Tweede Kamerlid Femke Halsema. Tijdens de openingsrede van de rechtenfaculteit gaat de Groen Links politica in op de vermeende bedreiging van onze grondrechten. 'Sinds 11 september verlenen we haast een soort almacht aan de staat.'

© Leonie van den Schoor


Van de VS kennen we het inmiddels wel: het land veroorlooft zich steeds meer vrijheden in hun wereldwijde war on terrorism. Maar ook in Nederland eigent de staat zich steeds meer macht toe. Na de moord op Pim Fortuyn wordt er gesproken over de invoering van een - altijd zo verfoeide - identificatieplicht. Het recht op een persoonlijke levenssfeer en vrijheid van meningsuiting komen hiermee onder druk te staan. Bevinden we ons sinds de gebeurtenissen van 11 september en 6 mei op een hellend vlak? Worden onze grondrechten bedreigd?
Nee, niet direct, meent Femke Halsema: 'Onze grondrechten zijn redelijk sterk en onaantastbaar, het kost veel moeite om ze te veranderen. Het duurt ongeveer acht jaar en je hebt een tweederde meerderheid in de Kamer nodig om ze te wijzigen. Dus met de kwetsbaarheid van de grondrechten valt het in die zin wel mee. Maar indirect worden de grondrechten wel ondermijnd. Als er een wetsvoorstel wordt ingediend, toetst de Kamer dat aan de grondrechten. Als de Kamer besluit dat een nieuwe wet in overeenstemming is met de grondwet, heeft de burger geen poot om op te staan als hij dat niet zo vindt. Hij kan niet naar de rechter stappen en zeggen: met die nieuwe wet wordt mijn grondrecht geschaad. Het gebrek aan constitutionele toetsbaarheid van die wetten tast onze grondwet heel geleidelijk aan.'

Fouilleren
Halsema waarschuwt ook voor het verdwijnen van een gezonde portie achterdocht jegens de overheid. Jarenlang werd de overheid met enig wantrouwen bekeken. Het recht was er vooral om de burger te beschermen tegen een al te ingrijpende overheid. Sinds de jaren tachtig is het recht echter steeds meer het instrument van de overheid om de burger te controleren. ‘Vroeger had je juist rechtsbescherming van de burger tegen de overheid, tegenwoordig neemt de bevoegdheid van de overheid om verkeerd gedrag van de burger te corrigeren toe. Denk maar aan de koppelingswet. Ten langen leste is dat funest voor de grondwet. Na de aanslagen van 11 september wordt bijna een almacht verleend aan de staat. Dat zie je vooral in de VS, maar ook in Nederland. Neem nu die wet van preventief fouilleren, waarmee de politie een bepaald gebied kan afgrendelen en mensen kan controleren op wapens. Mensen denken: als je niks gedaan hebt, word je niet opgepakt. Of: waarom zou ik bang zijn, ik heb toch geen wapens bij me, laat ze maar controleren. De burger levert graag wat van zijn persoonlijke vrijheid en privacy in, als daar meer maatschappelijke veiligheid tegenover staat. Maar dat is fictie, het is een schijnveiligheid. De grootste bedreiging gaat niet uit van criminelen, maar van de staat zelf. Met een identificatieplicht pak je geen terroristen op, want die zorgen er wel voor dat hun papieren perfect in orde zijn. Wie pak je er wel mee op? Iemand met een kleurtje.’

Akelige opvatting
Vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, het gelijkheidsbeginsel. Ooit gingen deze grondrechten hand in hand met elkaar, tegenwoordig staan ze op gespannen voet. Zeker sinds de komst van de multiculturele samenleving. Hoe moeten we omgaan met die spanning? Wat moeten we doen als vrijheid van meningsuiting gebruikt wordt om homo’s te beledigen of als vrijheid van onderwijs het bestaan van zwarte scholen in de hand werkt? Dan maar liever geen vrijheid van meningsuiting of onderwijs, is de redenering van sommigen. Stemmen gaan op voor een hiërarchische rangschikking van de grondrechten. Het ene artikel van de grondwet zou men in bepaalde gevallen zwaarder laten wegen dan het andere. Femke Halsema is het daar absoluut niet mee eens. ‘Grondrechten staan op gelijk niveau, je kunt niet het ene grondrecht boven het andere stellen, alleen maar omdat het je net even beter uitkomt. De grondwet beschermt je niet tegen een akelige opvatting van bijvoorbeeld imam El Moumni.’

Cultuurbotsing
Onze samenleving is onmiskenbaar aan het veranderen, de botsing van culturen doet pijn. Mensen zijn bang voor die veranderingen, weet Halsema. ‘Maar vreselijke ideeën als: homo’s zijn zieke mensen en vrouwen moeten terug naar het aanrecht, kun je niet bestrijden door ze te verbieden. Besef wel dat wij die opvattingen in de jaren vijftig en zestig ook hadden. Neem nou ons idee over gelijkheid van de vrouw. Pas in de jaren tachtig is de dienstbaarheid van de vrouw jegens haar man uit de huwelijkswet geschrapt. We moeten ons realiseren dat het tijd kost voordat mensen van mening veranderen. Dat doe je niet door iets te verbieden, maar alleen door met hen in debat te gaan. Het ergste wat je kunt doen is het uitbreiden van verboden. Als het vrije woord ter discussie staat, moet je het juist verdedigen en niet bijvoorbeeld de godsdienstvrijheid inperken. Dat is ten eerste moreel onjuist en ten tweede politiek gezien niet strategisch. Moslims voelen zich dan buitengesloten en gaan juist in hun godsdienst vluchten.’

Vrije debat
Komen grondrechten met elkaar in botsing, dan kan de rechter in individuele gevallen er uitspraak over doen. De rechter bepaalt dan: weegt het verbod op discriminatie zwaarder of is het recht om een eigen mening te hebben belangrijker? Toch moeten we uitkijken voor juridisering, waarschuwt Halsema. ‘We moeten niet bij elke afwijkende mening naar de rechter stappen. Dat kunnen we beter uitvechten in het vrije debat. Wat dat betreft was ik het met Pim Fortuyn eens.’
Als de vrijheid van meningsuiting ter discussie staat, moet je het altijd verdedigen, vindt Halsema. ‘Het vrije woord staat op de tocht en daar maak ik me ernstig zorgen over. Kijk nu naar de manier waarop er met politici wordt omgegaan. Na de moord op Pim Fortuyn werden linkse politici zonder enige gene aangevallen. Anderhalve week heb ik ondergedoken gezeten en Paul Rosenmöller heeft nu nog steeds bewaking. Kamerleden krijgen doodsbedreigingen via de mail en gaan zichzelf censureren. Ik merkte bijvoorbeeld dat ik in de Kamer weinig durfde zeggen over het feit dat het licht in de cel van Volkert van der G. 24 uur per dag werd aangelaten. Normaal gesproken zou ik daar zeker tegen ingaan, maar nu zag ik de koppen in de krant al: Links helpt moordenaar Fortuyn.’

Gepubliceerd in: Illuster (alumniblad Universiteit Utrecht)

 

Af en toe een taartje helpt bij diëten

Stoppen met roken, meer bewegen, gezonder eten. Aan goede voornemens geen gebrek. Iedereen maakt wel eens plannen om zijn leven te beteren. Toch houden de meesten van ons het niet lang vol. Is het een gebrek aan zelfbeheersing? Hebben we geen doorzettingsvermogen? ‘Mensen willen te snel te veel’, denkt hoogleraar gezondheidspsychologie Denise de Ridder.

© Leonie van den Schoor

Waarom is een dieet volgen of stoppen met roken zo moeilijk? Het antwoord is simpel: omdat het veel inspanning kost. Denise de Ridder, hoogleraar gezondheidspsychologie die onderzoek doet naar de psychosociale aspecten van gezondheid: ‘Je hebt er wilskracht voor nodig, en die is maar in beperkte mate voorradig. Onze wilskracht raakt uitgeput na inspanning. Daarom zie je vaak dat mensen aan het einde van de dag over de schreef gaan. Dan gaan ze om twaalf uur ’s nachts naar de benzinepomp om een pakje sigaretten te halen.’

Trainen
Om een sterkere wilskracht te krijgen, zou je hem kunnen trainen, net zoals een spier. Met zelfbeheersingoefeningen kun je een heel eind komen. Toch denkt Denise de Ridder dat versterken van je wilskracht niet voldoende is. ‘Je kunt beter leren effectief om te gaan met je beperkte voorraad aan wilskracht. Als je slim bent, zorg je ervoor dat er geen verleidingen op de loer liggen. Wie geen chocola of chips inslaat bij de supermarkt, kan thuis niet toegeven aan snoeplust.’

What the hell effect
Maar je kunt ook té streng zijn voor jezelf. Wie een strikt zero tolerance beleid voert, zal eerder falen, omdat de minste schending al wordt gezien als een teken dat het toch nooit zal lukken. Denise de Ridder: ‘Na het eten van één koekje, gaat zo iemand helemaal door het lint. Die vreet bij wijze van spreken de hele Jamin leeg. In het Engels hebben ze er een mooi woord voor: het what the hell effect.’ Dan is het beter om af en toe te zondigen, want dat ene koekje of die ene sigaret kan geen kwaad. ‘Een taartje op zijn tijd moet kunnen. Dat doet de frustratie van het volgen van een dieet afnemen en daardoor houd je het langer vol.’

Rimpelige vrouw
Daarom vindt Denise de Ridder een leuze als ‘Geniet, maar drink met mate’ ook effectief. Maar slogans als ‘Roken is dodelijk’ en ‘Van roken krijg je kanker’ hebben weinig effect. ‘Iedereen weet wel dat roken ongezond is. Rokers gaan door zo’n campagne echt niet stoppen, daar is meer voor nodig. Als je vijftien bent, lijkt het oplopen van longkanker op je vijftigste zover weg. Daarom moet je het dichterbij halen. Het tv-spotje waarin een jong rokend meisje veranderde in een oude rimpelige vrouw heeft meer effect. Veel van mijn studentes zijn zich rot geschrokken van het idee dat ze een vale huid krijgen van roken.’

Gepubliceerd in: Link (scholierenmagazine Universiteit Utrecht)

 

Bij muziekwetenschap kan iedereen zijn eigen ding doen

Van muziek uit de oudheid tot jazz, van klassieke muziek tot pop. Bij muziekwetenschap komen alle westerse muziekstromingen van de afgelopen tweeduizend jaar aan bod.

© Leonie van den Schoor

Om maar meteen een misverstand uit de weg te ruimen: muziekwetenschap is géén conservatorium. ‘Het is totaal anders’, zegt Lutgard Mutsaers, docent populaire muziekstudies en contactpersoon van muziekwetenschap. ‘Op een conservatorium leer je een instrument heel goed bespelen, het is een vaardigheidsopleiding. Muziekwetenschap is dat juist niet. Hier is er aandacht voor onderzoek naar en de geschiedenis van muziek. Studenten moeten in verschillende talen lezen over muziek en veel schrijven.’
Muziekwetenschap steunt op drie pijlers: muziekgeschiedenis, muziektheorie en muziekbeschouwing. In het eerste jaar van de bachelor ligt de nadruk vooral op de eerste twee pijlers: geschiedenis en theorie. Dat zorgt voor een stevige basis. In het tweede jaar kiest een student uit bepaalde tijdvakken en kan hij zich meer toeleggen op bijvoorbeeld muziek uit de Renaissance of de 19e eeuw. Onderzoek doen naar dat tijdperk, literatuur bestuderen en discussiëren zijn dan belangrijk. In het derde jaar wordt de vrijheid nog groter en komt de nadruk te liggen op de derde pijler (muziekbeschouwing).

Rockband
Tijdens de opleiding luisteren de studenten zoveel mogelijk naar muziek. Zelf muziek maken is er niet bij, studenten worden er ook niet op afgerekend. ‘Er wordt wel eens een stukje oude muziek nagezongen of een akkoord op de piano aangeslagen’, legt Lutgard Mutsaers uit, ‘maar dat staat allemaal in dienst van het historisch en theoretisch inzicht.’
Wel speelt bijna elke student een instrument. De meeste al van jongs af aan, sommige studenten hebben in bandjes gezeten. Zoals Sanne Nijenhuis (22), tweedejaars student. Ze speelt piano en heeft tijdens haar middelbare schooltijd gezongen in een rockband. ‘Ik vond destijds dat ik goed kon zingen, maar nu kijk ik er anders tegen aan.’ Sanne heeft voor muziekwetenschap gekozen toen ze zich realiseerde dat ze voortdurend met muziek bezig was. ‘Ik las veel over jazz en popmuziek. Als ik een muziekstuk had gehoord, wilde ik weten wat zo’n persoon bewoog om die muziek te maken.’ Sanne vindt het erg belangrijk zich ergens thuis te voelen. ‘Bij muziekwetenschap hangt een beetje een alternatief sfeertje. Iedereen kan er op zijn eigen manier zijn ding doen.’

Pelgrimsoord
Naast Utrecht heeft alleen Amsterdam een opleiding muziekwetenschap. Die is vooral gericht op niet-westerse muziek, terwijl Utrecht zich juist bezig houdt met muziek uit Europa en Amerika. Utrecht is de enige Nederlandse universiteit die jazz- en populaire muziekstudies structureel in het programma heeft opgenomen. Ook in het buitenland zie je dat niet veel. Uniek is ook de musicologische bibliotheek. ‘We hebben een heel mooie collectie boeken en partituren, waaronder heel zeldzame oude drukken. Musicologen uit de hele wereld komen daarvoor hier naartoe.’
Vacatures ‘gezocht: musicoloog’ zie je zelden. Om toch aan een baan te komen is het erg belangrijk om al tijdens de opleiding te netwerken. Wie later artistiek leider van een orkest wil worden, doet er goed aan al vroeg in de studie contacten te leggen. Afgestudeerden komen onder andere terecht bij boekingskantoren, in het jazzmanagement of de kunstredactie van een krant. Elk profiel geeft toegang tot muziekwetenschap. Wel is het handig om de talen Duits en Engels in het pakket te hebben. En muziek natuurlijk.

Gepubliceerd in: Sol (blad voor studiekeuzebegeleiders)